Column | Oorlog per volmacht



‘Dit zijn mijn mensen’ zeg ik tegen mezelf, en dat doe ik alle zeven keer dat ik de NOS-video bekijk. Ik wil iets in mijn hoofd krijgen. We zien het Nederlandse koningspaar het slavernijmuseum in Kaapstad verlaten: ik ben een Nederlander, dus Willem-Alexander is mijn koning, maar ‘mijn volk’ – zo zou ik het Huis van Oranje niet typeren.

Nee, de man met een grijze baard en een kroon van veren op zijn hoofd, een bruingeelachtige huid, die het boosst is van al die boze mensen: dat is een van mijn mensen. En de vrouw met dreadlocks die roept: “Wij zijn de oorspronkelijke Zuid-Afrikanen.” En ze heeft gelijk, want het merendeel van de demonstranten behoort tot de Khoisan, de oorspronkelijke bewoners van Zuid-Afrika, die Jan van Riebeeck in 1652 terzijde schoof als hoeveelheid verwaarloosbaar. Ze waren er, die Khoi en die San, maar niet, omdat ze vergeten waren. Van Riebeeck zag nieuw land, later zou Kaapstad daar gebouwd worden. Het nieuwe land moest leeg zijn, anders was er geen sprake van ‘ontdekking’.

Maar zie: 371 jaar later komen de nakomelingen van dit ernstig uitgedunde volk naar voren. Drukte, geschreeuw, nerveuze beveiligers: zoiets wordt door het uitblijven van mensenmassa’s en doden goedaardig een ‘rel’ genoemd.

Onder de Zuid-Afrikaanse demonstranten bevinden zich waarschijnlijk ‘bloedverwanten’ van mij – ik haat dat woord. Maar toch: mijn biologische vader is Zuid-Afrikaans, we kennen elkaar niet; een belachelijk groot percentage san-erfgoed werd zes jaar geleden gevonden in DNA-onderzoek naar mijn voorouderlijke lijn. Commercieel DNA-onderzoek is notoir onnauwkeurig, dat weet ik, maar toch: zoveel San-materiaal verbaasde me.

Dat is waarschijnlijk waar een verre oom van mij of een achterneef zou kunnen roepen: genetisch verwant. Maar de enige die ik echt herken is Willem-Alexander.

Is dat pijnlijk, zelfs schizofreen?

Ik kan me niet meteen aansluiten bij een Zuid-Afrikaans leven dat het mijne had kunnen zijn als er niet zoveel Nederlands verleden was geweest, met adoptieouders, de hockeyclub in Oldenzaal en een studentenleven in Amsterdam.

Ik sympathiseer met die Khoisan-demonstranten, reken maar.

Ik zou nog een artikel kunnen schrijven over het apartheidskolonialisme, dat tot op de dag van vandaag zo verwoestend is in Zuid-Afrika.

Maar ik kan niet doen alsof de geschiedenis van de Khoi en San de mijne is: ik kan het onrecht dat hen is aangedaan niet dragen als een jas die ik weer kan uittrekken. Politieke solidariteit is geen levensstijlkeuze; geen extra toevoeging aan je social media profiel.

Je hebt dus de echte oorlog, en voor de beteren is er de oorlog bij volmacht.

Stephan Sanders schrijft hier elke maandag een column.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *