Terrorist, strijder, militant? Media wegen hun woorden rond het Israëlisch-Palestijnse conflict



‘Wat hier is gebeurd, is een terreurdaad. Ik heb mij ongelooflijk geïrriteerd door tweets en berichten waarin melding werd gemaakt van (Hamas)strijders en militanten. Dit zijn terroristen.”

Dat zei Dilan Yesilgöz, lijsttrekker van de VVD, zondag Op 1. Of u het nu met haar eens bent of niet, één ding is duidelijk: woorden doen ertoe in het Israëlisch-Palestijnse conflict. Met haar woordkeuze onderstreepte Yesilgöz haar steun voor Israël. Maar sommige mensen zijn zo emotioneel betrokken bij het conflict dat ze achter elk ogenschijnlijk neutraal woord een politiek standpunt zien.

Hoe gaan de Nederlandse media hiermee om? Van een rondreis door De Telegraafde NOS, NU.nl en NRC het lijkt erop dat er op redacties veel discussie is geweest over woordgebruik. Vooral ‘Terrorisme’ blijkt een beladen term te zijn. “Wij zijn ons zeer bewust van onze journalistieke taak om in onze woordkeuze rekening te houden met de verschillende perspectieven die een rol spelen in het conflict”, schrijft buitenlandredacteur Dick Jansen namens de NOS in een reactie. Een klein lexicon van controversiële termen in het conflict.

Terrorisme

Ter·ro·ris·me, it (o.): (het plegen van) gewelddaden om de bevolking te demoraliseren teneinde een politiek doel te bereiken.

Dit is zo’n beladen woord omdat het vaak door overheden en organisaties wordt gebruikt om tegenstanders buiten de politieke orde te plaatsen. Denk aan het gezegde: ‘de terrorist van de een is de vrijheidsstrijder van de ander‘. Het NRC-stijlboek pleit daarom voor terughoudendheid in het gebruik van de woorden ‘terrorisme’ en ‘terrorist’. “In de dagelijkse berichtgeving geven wij de voorkeur aan concrete, feitelijke, beschrijvende termen”, zoals ‘dader’ of ‘schutter’. Niettemin stelde het hoofdartikel maandag ronduit: “Hamas pleegt terrorisme tegen de Israëlische bevolking, en indirect ook tegen de eigen bevolking.” Maar daar was geen discussie over, zegt NRC-plaatsvervangend hoofdredacteur Patricia Veldhuis, omdat Hamas op de terrorismelijst staat en terreur als tactiek gebruikt.

Op NU.nl is lang gediscussieerd over het gebruik van de woorden ‘terrorist’ en ‘terrorisme’. De conclusie was om deze termen te vermijden. “Ik wil niet meegaan in de oorlogsretoriek van een bepaalde partij”, zegt hoofdredacteur Lindsay Mossink. “De emoties lopen hoog op en we willen niet verzanden in een debat over de vraag of Hamas een terroristische groepering is of niet. Als je opschrijft wat ze doen, is het duidelijk genoeg.”

Wel gebruikt de NOS de termen ‘militanten’ en ‘terrorist’ door elkaar als het over Hamas gaat, wat in het laatste geval doorgaans een gewelddadige actie kwalificeert. De NOS gaat hier zo zorgvuldig mogelijk mee om, ook omdat sommige mensen achter bepaalde termen al snel kwade bedoelingen vermoeden. “Dat is echt niet het geval”, verzekert Jansen. “Er zijn dunne lijnen tussen kwalificaties als ‘terrorist’, ‘militant’ en ‘strijder’. Daarom is de context belangrijk om af te wegen welke woorden we kiezen.”

De Telegraaf is een stuk minder gereserveerd. De krant kopte maandag ‘Angstaanjagend: Israëlische bevolking belast door Hamaster-terreur’. Volgens hoofdredacteur Kamran Ullah ging hier geen discussie aan vooraf. “Hamas is gewoon een terroristische organisatie. Ze staan ​​al heel lang op de lijst van terroristische organisaties, dus daar bestaat geen twijfel over.” Net als Yesilgöz werd hij verrast door andere media die ‘aanvankelijk’ spraken over ‘militanten’ en ‘strijders’, maar later ‘terroristen’ gingen gebruiken. Verdere medianamen wil hij niet noemen.

Bewoner

Be·zet·ter, de (m.); -s: vijand die een land heeft bezet.

Palestijnse groeperingen zoals Hamas zien Israël als de bezetter van heel Palestina en erkennen de Joodse staat niet. De oorspronkelijke Palestijnse bevolking van het gebied werd tijdens de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948 grotendeels gedood of verdreven. De meeste Nederlandse media noemen de Westelijke Jordaanoever echter alleen bezet, in lijn met VN-resoluties en het internationaal recht. Gaza wordt sinds 2006 door Israël belegerd, wat betekent dat niets en niemand de kuststrook zonder toestemming kan binnenkomen of verlaten. Dit betekent dat Gaza formeel nog steeds bezet is.

Veldhuis vindt dat de context van de bezetting “altijd belangrijk” is en dat beschrijvingen zo nauwkeurig mogelijk moeten zijn. De NOS spreekt niet altijd over bezet gebied, maar vaak wel. “Zeker als het bijdraagt ​​aan het inzichtelijk maken van een nieuwsverhaal.” Ook plaatst de NOS ‘kaders’ met context bij artikelen op de site, bijvoorbeeld over het leven van Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever, die hergebruikt kunnen worden. Ook NU.nl vindt deze context essentieel, zegt Mossink. Zo schreef een buitenlandse verslaggever van de site een “sterk stuk waarin hij uitgebreid inging op de ruim 700.000 kolonisten die in nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever wonen.” Alleen De Telegraaf het zegt iets anders. Ullah zegt dat de term ‘bezet’ soms in stukken ter sprake komt, maar niet structureel zoals in het geval van Oekraïne.

Militant

Mi·li·tant, de (m.); -en: actief lid van een organisatie, partij of militie.

NRC maandag opende de krant met een verhaal dat sprak over “militanten van Hamas”. Er ontstond een discussie over dat woord. Volgens Veldhuis is het een anglicisme. Veel Engelstalige media gebruiken de term als ze het hebben over Hamas-strijders, omdat zij hen neutraler vinden dan ‘terroristen’. Maar Veldhuis vindt het “een onduidelijk woord in het Nederlands, waarvan veel lezers de betekenis niet meteen paraat zullen hebben.” Daarom geeft zij de voorkeur aan de neutrale ‘krijgers’. Mossink zegt ook dat het ‘even zoeken’ is naar de juiste term. “We noemen Hamas nu een militante Palestijnse groepering.” De NOS gebruikt de termen ‘militanten’ en ‘strijders’ door elkaar. De Telegraaf is opnieuw de buitenstaander. Hoewel de krant zeker ook de term ‘militanten’ gebruikt, heeft hoofdredacteur Ullah de voorkeur voor ‘terroristen’ als het om Hamas gaat.

Oorlog

Oorlogslogboek, de (m.); -en: strijd tussen twee of meer volkeren, vorsten of staten.

Veel media aarzelen om het decennialange Israëlisch-Palestijnse conflict sinds afgelopen weekend een oorlog te noemen. Of gaan ze teveel mee met het kader van de Israëlische regering? Premier Netanyahu heeft zondag formeel de oorlog verklaard om de weg vrij te maken voor een grootschalig grondoffensief in Gaza. “Daar hebben we lang over gesproken”, zegt Veldhuis. NRC koos uiteindelijk voor de neutrale themavlag ‘Geweld in Israël en Gaza’. “Maar de situatie is zeer veranderlijk en snel aan het veranderen, dus het is moeilijk om op dit moment harde uitspraken te doen. Morgen kan de situatie compleet anders zijn.” Ook De Telegraaf spreekt nog niet van een oorlog en koos maandag voor de themavlag ‘Aanval op Israël’. Ullah: “Maar dat kan morgen anders zijn.” Ook NU.nl heeft de term ‘oorlog’ nog niet gebruikt. “We hebben de oorlogsverklaring van premier Netanyahu geciteerd, maar zo hebben we het zelf nog niet genoemd”, zegt Mossink. “Omdat dit een uitbraak van geweld is in een langlopend conflict.” De NOS is de enige die spreekt over een oorlog. “Niet alleen omdat Israël formeel de oorlog heeft verklaard, maar ook omdat het conflict nu op een oorlog lijkt”, zegt Jansen. “Wat ons betreft heeft dat niets te maken met het frame van Netanyahu.”

Burgerlijke dood

Burger·do·de, de; -n (meestal meervoud): burgerslachtoffer van militair geweld, in tegenstelling tot een gevallen soldaat.

Het conflict tussen Israël en de Palestijnen is ook een strijd over wie het grootste slachtoffer is. Daarom benadrukken beide partijen altijd hun eigen lijden, waarbij dode burgers, vooral kinderen, het toonbeeld zijn van onschuld en de wreedheid van de tegenstander. Hoe gaan de media hiermee om? NRC probeert voortdurend onderscheid te maken tussen gedode burgers en strijders. “Zorgvuldige rapportage is belangrijker dan snelheid”, zegt Veldhuis. Dit geldt ook voor andere media. “Onschuldige burgers worden aan beide kanten in een conflict betrokken”, zegt Ullah. De NOS rapporteert alleen burgerdoden als daar aanleiding voor is en als de cijfers uit meerdere betrouwbare bronnen komen. Op NU.nl is er wel eens discussie over de vraag of er teveel aandacht wordt besteed aan Israëlische burgerdoden, terwijl er aan Palestijnse kant over het geheel genomen meer burgers omkomen. Mossink: “Wij proberen Palestijnse slachtoffers ook een gezicht te geven, maar dat is lastiger.”

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *