[ad_1]
De Europese luchtvaart is de afgelopen jaren minder veilig geworden. Dat zegt Zembla op basis van een onderzoek van de Zweedse Karolinska Universiteit dat het tv-programma heeft verkregen. Piloten en cabinepersoneel blijven soms doorwerken terwijl ze dat door ziekte of vermoeidheid feitelijk niet kunnen doen. Dat zou een bedreiging vormen voor de vliegveiligheid.
Van de 10.000 ondervraagde piloten, stewards en stewardessen zegt een derde dat de Europese luchtvaart minder veilig is geworden. Bovendien vindt 80 procent van het cabinepersoneel en 66 procent van de piloten dat de arbeidsomstandigheden zijn verslechterd, zo blijkt uit het Zweedse onderzoek volgens Zembla.
Onderzoekers melden dat de verslechterende arbeidsomstandigheden deels het gevolg zijn van een toenemend aantal zogenaamde atypische contracten, zoals schijnzelfstandigheid en nulurencontracten. De rechtspositie van deze luchtvaartmedewerkers is zwak, waardoor zij minder snel ziekte of vermoeidheid melden. Volgens de wet moeten piloten en cabinepersoneel zich daadwerkelijk ‘ongeschikt om te vliegen’ melden.
Verbod
Volgens Zembla heerst er bij een aantal budgetvliegmaatschappijen een angstcultuur, waardoor medewerkers niet aan de bel kunnen trekken. Piloten geven tegenover Zembla ook toe dat ze tijdens vluchten in slaap zijn gevallen. “Ik merkte plotseling dat mijn ogen gesloten waren. Toen ik mijn ogen opende zag ik dat mijn collega ook zijn ogen dicht had”, citeert het tv-programma uit een interview met een piloot.
Ook EASA, de Europese toezichthouder voor de luchtvaartveiligheid, neemt meldingen van voorvallen of veiligheidsrisico’s niet voldoende serieus, zeggen de Europese cockpitpersoneelsvakbonden. Het toezicht is daarom ontoereikend.
De Vereniging van Luchtvaartpiloten pleit voor een verbod op atypische contracten. EASA erkent dat de contracten een risico kunnen vormen, maar zegt volgens het actualiteitenprogramma “geen aantoonbaar verband met incidenten” te zien.
[ad_2]