Advies: rijk moet zich meer bemoeien met lokaal klimaatbeleid



Om te voorkomen dat nationale doelstellingen op het gebied van CO2-reductie en groene energie mislukken, moet het Rijk meer regie uitoefenen op gemeenten, provincies en waterschappen. Dat adviseert de Raad voor het Openbaar Bestuur in een donderdag verschenen rapport.

De ROB, een onafhankelijk adviesorgaan dat dit advies namens het ministerie van Energie en Klimaat uitbrengt, vreest dat onduidelijk is of het energie- en klimaatbeleid van gemeenten, provincies en waterschappen samen voldoende is om de klimaatdoelstellingen te halen. In het Klimaatakkoord uit 2019 staat dat alle zogenaamde decentrale overheden moeten samenwerken aan een reductie van de CO2-uitstoot van 49 procent in 2030 (ten opzichte van 1990). Dit is nu aangescherpt naar 55 procent. Uiteindelijk is afgesproken dat alle overheden in 2050 klimaatneutraal moeten werken.

Volgens de ROB zijn lokale overheden het meest geschikt om klimaatbeleid uit te voeren, omdat de Omgevingswet en bestemmingsplannen erbij betrokken zijn, omdat zij inzicht hebben in het maatschappelijk draagvlak en omdat er sprake is van nauwere democratische controle. De ROB vreest echter dat het onduidelijk is of alle individuele decentrale maatregelen opgeteld bijdragen aan de nationale CO2-reductiedoelstelling.

Dat gedeelde doel dreigt ‘onscherp te worden door gebrek aan coördinatie en regie’. Ook vreest de ROB dat de ene decentrale overheid zich meer inzet voor het klimaat dan de andere. De adviesraad vindt dat de overheid een instrument tot haar beschikking moet hebben om lokale overheden te dwingen bij te dragen aan de voortgang van doelstellingen. Dat kan nu alleen op het gebied van het opwekken van duurzame energie. De ROB heeft betrekking op de opvang van asielzoekers, waar sommige gemeenten beter op voorbereid zijn dan andere, en waarvoor een landelijk systeem (de Verdelingswet) is ingericht.

De krapte op het elektriciteitsnet en de arbeidsmarkt zijn volgens de ROB factoren die landelijke regie vergen. De nationale regie zou er uit kunnen zien als de Regionale Energiestrategieën, waarin dertig RES-regio’s werken aan de nationale doelstelling om in 2030 35 TWh groene energie op te wekken.

Financiering

Ook moet de overheid voldoende bijdragen aan gemeentelijke en provinciale taken, adviseert de ROB. Een ‘belangrijke randvoorwaarde’ is dat er voldoende geld is en dat er garanties moeten zijn dat de overheid blijft bijdragen. ‘Meerjarige zekerheid’ is nodig, ook na 2030, omdat gemeenten en provincies met meerjarige begrotingscycli werken.

De ROB verwacht dat de investeringen van decentrale overheden in 2020 bijna de helft hoger zullen uitvallen dan eerder werd ingeschat, omdat het klimaat- en energiebeleid steeds complexer wordt en de taken voor lagere overheden talrijker worden. In 2025 investeren gemeenten naar verwachting 775 miljoen euro in klimaat- en energiebeleid, oplopend tot ruim een ​​miljard in 2023. De investeringen van provincies schommelen van naar schatting 64 miljoen euro volgend jaar naar 59 miljoen euro in 2030. Volgens berekeningen waterschappen gaan volgend jaar meer investeren. de ROB gaat met 37 miljoen omhoog en daalt naar 30 miljoen in 2030. De ROB adviseert het kabinet om voor de jaren 2025-2030 5,9 miljard uit te trekken.

Waterschappen moeten de kosten in beginsel zelf betalen uit de belastingen die zij heffen. Alleen als de maatregelen onvoldoende aansluiten bij de kerntaken van het waterschap kan het in aanmerking komen voor rijksbijdrage. Dit is (nu) niet het geval. Als de kosten te veel verschillen tussen de waterschappen, kunnen ze een solidariteitsregeling in het leven roepen om de kosten gelijkelijk te verdelen, adviseert de ROB.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *