Jorryt en Jelmer timmeren als Sneker volleyballers flink aan de weg. ‘Wij zijn geen sloopkogels, maar slimmerikken’



Tegenstanders, maar ook volleybalvrienden die in Groningen studeren en elkaar het beste wensen. Jorryt Sybrandy wordt kampioen met Sudosa Assen, Jelmer Spoor promoveert bij VC Sneek voor de tweede keer op rij als uitstekende tweede. Beide mannen willen het graag nog een keer proberen in de Premier League.

Het verschil langs de meetlat bedraagt ​​8 centimeter en in het klassement staat de 2,00 meter lange Jorryt Sybrandy ook iets hoger. Met Sudosa staat hij bovenaan in de hoogste divisie A, met 5 punten voorsprong op zijn oude club VC Sneek. “In theorie kunnen we ze nog inhalen, maar in de laatste twee wedstrijden gaan ze zeker die laatste twee punten pakken”, denkt Jelmer Spoor.

Geen man overboord, zegt de 20-jarige diagonale aanvaller. “Voor het tweede jaar op rij hebben we ons doel bereikt.” Sudosa kan zaterdag de kampioensvlag hijsen bij winst in Enkhuizen tegen Madjoe, die op de vijfde plaats staat. “Dan hebben we ook ons ​​doel bereikt”, aldus Jorryt, 21 jaar en tevens ‘de diagonaal’.

Overeenkomsten

Er zijn meer overeenkomsten tussen deze twee sportieve jongens, en niet alleen dat ze dezelfde initialen dragen en de rol vervullen van aanvallende ‘rommelopruimer’ in hun team. Sneek is hun thuisbasis, VC Sneek hun eerste volleybalclub en ze studeren in Groningen. Jorryt is hbo-student marketingmanagement, Jelmer volgt een universitaire opleiding informatica. Veel tijd in boeken en achter de computer; Voor beiden is de sport een prachtige uitlaatklep. Op serieuze basis. Momenteel trainen ze drie keer per week in Assen en Sneek en wordt er ook aan krachttraining gedaan. Geen enkel probleem, want Jorryt en Jelmer willen in relatief korte tijd doorgroeien naar de Premier League.

Na de inmiddels afgedwongen promotie staan ​​de twee komend seizoen nog een niveau lager. Dat deden ze dit volleybaljaar al. Dit is te verklaren doordat de nieuw gevormde superdivisie na de zomer van start gaat. Er is ruimte voor tien clubs: de beste vijf uit topdivisie A en de beste vijf uit topdivisie B. “Binnenkort moeten we door het land reizen”, zegt Jorryt. “Momenteel spelen we in de tophelft van Nederland, maar na de zomer spelen we ook tegen clubs uit Tilburg, Sliedrecht en het Limburgse Meijel.”

De sportieve uitdaging wint het van de toenemende reistijden. “Het zal ongetwijfeld een stuk lastiger zijn. Ik hoop dat we de selectie op peil kunnen krijgen”, aldus Jelmer.

Groeipijn

Dat Jorryt is uitgegroeid tot een meer dan gemiddelde volleyballer is genetisch bepaald, maar desalniettemin goed, want hij had al geruime tijd last van groeipijnen. Zijn sportieve DNA heeft hij geërfd van zijn ouders, en in het bijzonder van vader Klaas (56). Hij is de oudste van vier Sybrandy-broers, die allemaal een behoorlijke volleybal konden slaan.

Klaas bereikte de nationale top als middenspeler van de bekende Animo Sneek. Hij heeft jeugdinterlands op zijn naam staan, speelde samen met cracks als Olof van der Meulen, Jan Posthuma en Ronald Zoodsma en speelde ook in de Eredivisie namens de Amstelveense AMVJ. Dit laatste leidde ertoe dat Jorryt in Amstelveen werd geboren. Toen zijn vader afscheid nam van AMVJ was de verhuizing naar Sneek een logisch gevolg.

“Ik kom uit een echte volleybalfamilie, maar ik heb altijd de vrije keuze gehad”, zegt Jorryt. “Ik ben begonnen als voetbalkeeper bij LSC. Dat vond ik erg leuk, maar al snel ben ik ook gaan volleyballen. Op een gegeven moment moest ik kiezen en toen werd het volleybal. In totaal heb ik elf jaar bij Sneek gespeeld.”

Hij heeft het zeker niet cadeau gekregen. “Ik heb me nooit kunnen concentreren op ambities, omdat ik veel last had van blessures. Deze kwamen voort uit de groei. Mijn spieren groeiden niet mee met mijn botten. Ik heb een springersknie en had problemen met mijn hiel. Ik kon twee jaar lang niet springen en was alleen beschikbaar als libero. Dat was niet echt mijn ding, omdat ik niet zo goed ben in slagen. Maar ik wilde niet opgeven.”

‘Naar de Olympische Spelen!’

Jelmer begon met atletiek, maar gaf het al snel op. ‘Voor mijn gevoel speelden we vooral kinderachtige spelletjes. Daar had ik geen zin in. Ik wilde hard trainen.’ Omdat zijn zusje volleybalde, besloot hij dat ook te proberen. En niet voor de kattenviool. “, zegt hij lachend. “Toen ik dertien was, vroegen de trainers wat mijn ambities waren. Ik weet nog dat ik zei: ‘Ik wil naar de Olympische Spelen!’ Dat vonden ze een mooi doelpunt.”

Jelmer heeft dit inmiddels aangepast. “Als ik naar de Spelen ga, is dat als toeschouwer. Op een gegeven moment zie je jongens van jouw leeftijd spelen in de Premier League, terwijl jij twee niveaus lager zit. Dan weet je dat het heel lastig wordt. Tegelijkertijd besefte ik dat er meer is dan alleen volleybal. Ik wilde ook graag een leuke studie doen.”

De twee ‘JS’s’ speelden samen bij VC Sneek in de jeugd en in het tweede herenteam. “We waren geen van beiden diagonaal op dat moment”, aldus Jelmer. “Jorryt was een libero, ik was een voorbijganger. Dat is eigenlijk mijn favoriete positie, maar helaas krijg ik de passing niet goed. Vooral de serveerpas vind ik niet leuk.”

“Daar ben ik tijdens de training voortdurend mee bezig geweest en ik vind het behoorlijk irritant dat ik op dat vlak geen vooruitgang heb geboekt. Het klikt gewoon niet tussen dat onderdeel en mij, al wordt het misschien wel beter met de jaren naarmate je meer komt. ervaring. Vooralsnog begrijp ik het diagonaal zijn. Aan de ene kant is het best een leuke functie, omdat er van je verwacht wordt dat je ‘de rommel’ opruimt. Maar het is ook een beetje saai. Als passant-loper heb je meer verantwoordelijkheden en je kunt echt een verschil maken.”

‘Nuttige feedback’

Jorryt – “Ik krijg altijd nuttige feedback van mijn vader” – voelt zich gelukkig in zijn huidige rol. “Mooi en moeilijk tegelijk.” Hij is nu vier jaar diagonaalaanvaller: eerst twee seizoenen bij de Groninger Donitas in de eerste divisie, nu voor het tweede jaar bij Sudosa.

“Ik ben naar Donitas gegaan omdat Sneek in die periode uit elkaar viel. Het feit dat ik in Groningen heb gestudeerd telde uiteraard mee. Na twee seizoenen voelde ik dat ik toe was aan een stap hogerop. Ik kende een paar jongens van Sudosa en ik wist dat er een sterke ploeg die in de hoogste divisie om het kampioenschap zou kunnen spelen. Vorig jaar hadden we daar al onze zinnen op gezet, maar die zijn we in de laatste wedstrijden kwijtgeraakt.”

Het kampioenschap zou volgens Jorryt niet tot promotie naar de Premier League hebben geleid. “Nee, Sudosa had besloten dat niet te doen vanwege onvoldoende financiële middelen. Sudosa heeft net als Sneek een damesteam in de Eredivisie en daar gaat het meeste geld naartoe.”

Titel met rouwrand

VC Sneek werd afgelopen seizoen wel kampioen. Het werd een titel met een treurig randje, door het plotselinge overlijden van speler Koen Sikkema. Dit seizoen zette de selectie van trainer Edward Kamphuis de stijgende lijn voort, ondanks het afscheid van oud-Eredivisiespeler Tom van den Boogaard.

Sneek stond rond de jaarwisseling aan de leiding. “Daarna hebben we in een paar wedstrijden te veel punten verspeeld”, aldus Jelmer. “We hadden te maken met blessures; onze selectie is niet erg groot. Soms waren we met z’n zessen op de training. Daarom is het fantastisch dat we de tweede plaats hebben behouden, al is het wel zo dat je in deze divisie tegen sommige ploegen met een slechte dag weg kunt komen.” Jorryt: ‘We hebben een selectie van twaalf man. speel zes tegen zes tijdens de training.”

Sneek en Sudosa ontmoetten elkaar dit seizoen drie keer. “Twee keer in de competitie, één keer in de beker. Alles heeft gewonnen”, lacht Jorryt. Maar wat was het verschil tijdens de competitiewedstrijd in Sneek? “Ongelooflijk”, zegt Jelmer.

“In de sets stonden we 2-0 voor en in de derde set 24-22. We sloegen de bal tegen de grond; dat dachten we tenminste. Een jongen uit Sudosa krijgt echter door puur geluk de bal op zijn voet, waarna de bal over het net vliegt. Wij zijn verrast, Sudosa pakt die set en wint uiteindelijk de wedstrijd. Bizar.”

‘Door de handen’

Nu ze elkaar dit seizoen al drie keer binnen de lijnen hebben ontmoet, hebben de twee een goed beeld gekregen van elkaars kwaliteiten. Ook hier zien ze overeenkomsten. “Wij zijn geen hardhitters”, zegt Jelmer. “Voor ons is een jongen als Jeen Pieter van der Meer een echte ‘sloopbal’. Ik ben meer van de slimme schoten langs het blok.” Jorryt: “Wij zijn niet de ‘rammers’, maar de jongens die de tactische ballen maken. Het hoeft niet altijd moeilijk te zijn, als ze maar de grond raken. Dat kan ook via ‘de handen’ van de tegenstander.”

Zoals gemeld is de eredivisie hun doel. “Het zou het mooiste zijn met Sneek”, aldus Jelmer, “maar qua budget denk ik dat dat heel lastig wordt.” Eerst maar eens kijken hoe de selectie er komend seizoen uit gaat zien. “We hebben jongens nodig.”

De vraag is of ze uit onze eigen gelederen komen. “Bij Sudosa is de kans groter, omdat er nog een fatsoenlijke jongensafdeling is”, zegt Jorryt. Of hij zich voor een derde seizoen in Assen zal engageren, weet hij nog niet. “Er is interesse vanuit de Premier League.”

Maar eerste dingen eerst , hij zegt. “Kampioen worden in Enkhuizen en daarna een mooi feest vieren in onze eigen sporthal.”

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *