Kind moet sneller veilig leren bankieren, vinden Nibud en Rabobank | Binnenland

Nibud-directeur Arjan Vliegenthart: ‘Het geld van jongeren wordt op allerlei manieren gebruikt. Je kunt het ze niet kwalijk nemen als er iets misgaat. Het is belangrijk dat niemand zich daarvoor hoeft te schamen, ook de ouders niet, maar dat ze erover praten met elkaar praten zonder een oordeel te vellen”, zegt de deskundige.

“Digitaal bankieren is een onmisbaar onderdeel van financiële educatie”, vult Michiel Kwaaitaal, hoofd betalingen bij de Rabobank, aan. Volgens hem vinden banken het in dit digitale tijdperk belangrijk dat kinderen snel vertrouwd raken met geld. Niet alle kinderen met een eigen bankrekening maken echter gebruik van een bankapp, ook al is het wel verstandig om dat wel te doen. Kwaaitaal: “Ouders kijken dan mee via hun eigen bankieren-app.”

Van de kinderen met een eigen bankrekening heeft slechts 55 procent ook een eigen spaarrekening. Het budgetinstituut adviseert ouders om ze te openen. Uiteindelijk willen Rabobank en Nibud dat jonge kinderen zich – mede daardoor – bewust worden van de waarde van geld, om zo schulden of onveilig financieel gedrag in de toekomst te voorkomen. Ze moeten weten welke cybergevaren op de loer liggen.

In vijf jaar tijd is het percentage jonge kinderen dat zijn zakgeld digitaal ontvangt flink gestegen. Slechts 70 procent van de 6- en 7-jarigen ontvangt nog contant zakgeld. Dit is slechts de helft van de 8- en 9-jarigen. Hoe ouder hoe ouder, hoe meer er gebeurt via internetbankieren, blijkt uit onderzoek van Nibud en Rabobank.

In 2018 kreeg 77 procent van de jonge kinderen al hun zakgeld contant, nu is dat de helft. De rest ontvangt het geheel digitaal (28 procent) of deels digitaal en deels contant (22 procent). Alleen de jongste kinderen krijgen nog overwegend contant zakgeld. De belangrijkste reden hiervoor is de tastbaarheid van contant geld.

Momenteel geeft 93 procent van de ouders regelmatig zakgeld. Ook werd hen gevraagd hoeveel zij aan hun nakomelingen geven. De conclusie is dat de hoeveelheid zakgeld voor het eerst sinds jaren is toegenomen. Een 7-jarige krijgt nu bijvoorbeeld tussen de 1,40 en 2,30 euro, in 2018 lag dat bedrag tussen de 1 en 2 euro. Voor 11-jarigen is de stijging nog groter: zij kregen toen tussen de 2 en 2,30 euro en nu een bedrag tussen de 2,30 en 3,50 euro.

Iets meer dan de helft van de kinderen heeft een bankrekening waar ze zelf toegang toe hebben. “De beste manier om met geld om te gaan, is door zelf ervaring op te doen”, zegt Kwaaitaal van de bank. “Betaal zelf voor een ijsje, spaar voor dat skateboard of het spel dat je wilt.”

Uit het onderzoek blijkt ook dat kinderen die zakgeld krijgen zich meer met geld en financiële zaken bezighouden dan kinderen die geen zakgeld krijgen. Zo hebben zij vaker een eigen bank- en spaarrekening met pinpas, doen zij vaker pinbetalingen en online betalingen en controleren zij vaker zelf hun saldo. Ook maken ze vaker een spaarplan en doen ze vaker klusjes.

Vliegenthart (Nibud): “Als het om omgaan met geld gaat, geldt eigenlijk: jong geleerd, oud gedaan. Als kinderen eenmaal een bankrekening hebben, is het belangrijk om zo snel mogelijk vertrouwd te raken met alles wat daar bij komt kijken. Alleen dan kun je er goed gebruik van maken.”