Roxeanne Hazes: ‘Ik wil niet meer in angst leven’


Ze voelt het al bij het opstaan: ik wil er niet heen. Het is november 2019, ze heeft een concert in Doornroosje in Nijmegen. En zangeres Roxeanne Hazes kan alleen maar huilen. De rit ernaartoe. De soundcheck. In de kleedkamer met haar band. Afzeggen, stelt verloofde en manager Erik Zwennes voor. Kan ze dat? Dat heeft ze in zestien jaar nog nooit gedaan. En de zaal loopt vol.

Ze besluit anders. Direct al, bij het eerste liedje, stopt ze de show. „Jongens”, zegt ze tegen de zaal, „ik ga gewoon maar even heel eerlijk met jullie zijn. Ik heb de meest gruwelijke rotdagen die er zijn. Ik kan het geluk even niet vinden. Alles is zwart om me heen. En ik weet gewoon even niet hoe ik hieruit kom.” Het massale applaus doet haar opnieuw hard, intens huilen. Enkelen huilen prompt mee.

Soms moet je afscheid en afstand nemen van mensen die niet goed voor je zijn

Haar openheid helpt. Ze kan weer ademhalen, de show doorzetten. Na afloop praat ze met fans, zoals altijd. Ze krijgt complimenten dat ze zo zichzelf is. „Rox, dat jij dit gewoon deelt, wat een voorbeeld voor anderen.”

Van die ouwe van haar, zanger André Hazes sr., wist ze al: hoe meer mens, hoe meer fans. Maar net als haar vader waren dit soort paniekaanvallen Roxeanne Hazes (30) niet vreemd. Ze kan mentaal worstelen, krijgt buikpijn in de aanloop naar concerten. Onbekommerd genieten? Lastig. Ze draagt veel met zich mee.

„Maar ik wil niet meer in angst leven”, klinkt het strijdvaardig op een zonovergoten middag in haar tuin in Vinkeveen. Aan de steiger ligt het motorbootje waarmee ze graag met haar vriend en zoontje over de Vinkeveense plassen vaart. „Ik wil opruimen en rust in mijn leven”, zegt ze. „Ik ben zo klaar met ongelukkig zijn.”

Transformatie

Haar nieuwe album De Tijd Gaat Mooie Dingen Doen rekent in duidelijke taal af met alles wat Hazes dwarszit. Het is haar transformatie tot een zelfbewuste, onafhankelijke vrouw van dertig. Ze heeft de trauma’s die terugvoeren naar haar ongewone jeugd als kind van de grote volkszanger André Hazes, en haar diepste vertwijfeling kunnen parkeren. En dat is te zien aan de hoes. In een doorschijnende scharlakenrode jurk naast een hoog vuur roept ze het beeld op van een feniks die herrijst.

De opening ‘Op Wie Ik Niet Mis’ maakt meteen duidelijk. Het einde is over, dit is het begin. Ik durf weer te dromen net als een kind, begint ze rustig. Later is het haar menens: Ik heb te lang voor jou gelogen, ben van mijn onschuld bestolen. Het is over, verlopen, verleden tijd. Ze proost op wie ik voor altijd niet meer mis.

Met dit liedje wil ze uitleggen hoe angstig en onrustig ze altijd was, hoe bekneld ze zich voelde en hoeveel beter het nu met haar gaat, zegt ze. „Soms moet je afscheid en afstand nemen van mensen die niet goed voor je zijn”, zegt ze beslist. „Dat is heel verdrietig en zeker niet makkelijk. Maar het is ook bevrijdend. De afgelopen tien jaar was het vaak zwaar en naar. Maar ik heb met therapie grote stappen gezet en ben beter voor mezelf gaan zorgen. Dus proost ik met mijn publiek op wie we niet missen. We hadden pijn en nu zijn we hier, weet je wel. Er ligt nog een toekomst voor je.”

Roxeanne Hazes.
Foto Andreas Terlaak
Roxeanne Hazes.
Foto Andreas Terlaak

Schaduw

Al jaren probeert Roxeanne Hazes uit de kolossale Hazes-schaduw weg te lopen. Haar vader overleed in 2004, zij was toen elf. Het was een grootse, nationaal beleefde uitvaart. Vanaf haar veertiende ging zij, van volksfeest, kermis tot bedrijfsborrel, zijn levensliedjes zingen. „Dat werd van mij verwacht.”

In een zoektocht naar wat ze eigenlijk zelf mooi vindt, schoof ze dat repertoire resoluut aan de kant. Ze tekende in 2017 bij het hiphop-platenlabel Top Notch voor een nieuwe stijl: een aantrekkelijke mengvorm van ja, toch een soort levenslied met moderne elektronische popmuziek. Frisse eigentijdse levenspop eigenlijk, met een wat zwoelere aangezette snik. Maar vooral putte het album In Mijn Bloed, met liedjes als ‘Ik was toch je meisje’ uit haar eigen leven. Ze won er een Edison mee.

Moeizaam is de relatie met haar familie, moeder Rachel Hazes en jongere broer, zanger André, dan al jaren. Stormachtig als een soap suizen de nieuwtjes rond over de Hazes-clan: ruzies, vastgedraaide liefdesrelaties, verslavingen, depressies, rechtszaken en financieel getouwtrek.

Dit jaar stapte ze uit ‘Holland zingt Hazes’, het jaarlijkse André Hazes-vierende succesevent in de Ziggo Dome. Af en aan is ze gebrouilleerd met haar broer, maar ze brak echt met haar moeder. Ronduit pijnlijk nu is de juridische strijd, overal breed uitgemeten, die ze voeren over de Hazes-nalatenschap.

De nieuwe muziek van Roxeanne Hazes is rauw poprealisme, gevat in een fonkelende omlijsting. Onopgesmukt is ze ook privé: hartelijk en naturel, over vele onderwerpen smakelijk vertellend. Deze middag houdt ze zich echter ook een beetje in, waarschuwt ze maar vast. Ja, heel onnatuurlijk voor haar doen – sorry. Maar alles rondom de familie Hazes en hun onderlinge verstoorde verhouding wordt breed en meedogenloos uitgesmeerd door de blogs, roddelbladen en juicekanalen. Dus let ze „best wel vaak” op haar woorden, en slikt ze weg wat ze eigenlijk zou willen zeggen.

Ik was bang veroordeeld te worden op mijn falen als moeder

Verdriet en woede maken alles ingewikkeld, zegt ze. En ze wil zich distantiëren van die negativiteit. „Bovendien, alles wat ik erover zeg, zorgt voor een reactie bij de tegenpartij.” Onze afspraak is niet inhoudelijk over de rechtszaken te spreken.

In 2019, vlak voor de coronacrisis alles lamlegde, haalde ze een streep door wat de opvolger van haar debuut In Mijn Bloed zou worden. Die was klaar, maar „alles was er ruk aan”. De nummers deden haar niets. „Mijn eerste album kreeg een Edison. Dat legt de lat hoog. Te vroeg ben ik na mijn zwangerschap weer gaan werken om niet vergeten te worden. Onzin, weet ik nu. Ik was zo down als wat en had de tijd moeten nemen. Je moet alleen de studio ingaan als je denkt: ik heb zin om vandaag een heel mooi liedje te gaan maken.”

Op de single Vreemde Voor Mij (2020) na, een flinke tranentrekker, doorbrak ze vorig jaar met haar deelname aan het muziekprogramma Beste Zangers een lange stilte. Niet alleen liet ze zich, in het concept van artiesten die elkaars muziek zingen, horen in andersoortige liedjes. Ook haar openhartigheid in de interviews raakte. Haar roerende, lage versie van Ramses Shaffy’s Ik drink: mooi.

„Toen Claudia de Breij vertelde hoe haar ouders vroeger naar dat liedje luisterde en zij er bang voor was, herkende ik die angst goed. Er wérd bij ons thuis stevig gedronken. Maar dit liedje is… Nou ja, het is alsof mijn vader zijn verhouding tot alcohol poëtisch bezingt. Het voelde voor mij als een soort berusting.”

Door dat muziekprogramma steeg haar zelfvertrouwen. Ze had er een hitje bij, Vannacht. En „ik merkte dat ik weer wilde laten horen wat ik kan”. Ze juicht toe hoeveel ruimte vrouwelijke artiesten nu krijgen. „Het is ineens cool om als Nederlandstalige zangeres alternatieve popmuziek te maken.”

Bevrijd

Grofweg de helft van haar plaat gaat over hartzeer, afscheid en het stellen van grenzen. Kwetsbaar kan ze zijn met haar lage zang, een rokerig timbre met een snik, in een introspectieve modus. Vlijmscherp ook, ook over haar eigen aandeel in zaken. Dat maakt haar muziek tinten donkerder dan eerder, zeker met ijzige synths en dramatische koortjes. Maar de muzikale omlijsting, waarin dansbare retropop uit de vroege jaren nul doorsijpelt, van Moby, de Sugababes, Natasha Bedingfield of The Verve, is dat doorgaans juist niet.

Expliciet krijgen seksuele honger de ruimte in liedjes als High of Kans. Een van de weinige echt optimistische liedjes is de titelsong De Tijd Gaat Mooie Dingen Doen, het enige liedje op het door Clifford Goilo geproduceerde album waarvan Tjeerd Oosterhuis co-writer en co-producer is. Hier breekt de hemel open in een meezinger van formaat. „Die symboliseert het meest van alle liedjes wie ik nu ben. Voor mijn oude ik is er het hoopvolle van morgen.”

Ook bevrijd klinkt ze in de poppy smartlap Ik Ben Vrij. (Denk niet meer aan waar je blijft, Ik ben blij. Blij dat ik nu weer aan mezelf werk, en ik/Ben nu op m´n allersterkst, merk ik/ Nu dat jij me niet beperkt, ben ik vrij. La, lalala laa…)

Soms houdt ze het klein, met minimale middelen, gitaar en tweede stem. In het met rapper Kraantje Pappie geschreven, geladen Geen Sorry, over emotionele manipulatie laat de hoofdpersoon zich raden. Al neemt ze de vrij agressieve relatie waarin ze op haar zestiende zat ook mee. „In de basis schrijf ik om van me af te schrijven. Het verleden maak je tot wie je nu bent. En daardoor kan ik nu ook over bepaalde dingen zeggen van dat wil ik gewoon niet meer. Ik heb geen zin meer om op de handrem te leven. Maar je hoort erin wat je wilt.”

Roxeanne Hazes.
Foto Andreas Terlaak
Roxeanne Hazes.
Foto Andreas Terlaak

Geen zelfmedelijden meer

Haar vriend Erik, ook als manager haar „rust in onrust”, ze leerde hem bij platenlabel Top Notch kennen, serveert gebakken eieren met zalm. Samen volgen ze het keto-dieet, waarbij ze koolhydraten proberen te laten staan. Door op haar voeding te letten en regelmatig te sporten en dansen, probeert de zangeres zo fit mogelijk te worden voor de komende shows. En het helpt mentaal. Dat weet ze na de lange depressie die ze had na de geboorte van hun zoontje Fender, vijf jaar geleden. „Anderhalf jaar, twee jaar heb ik heel diep gezeten. Ik vond het moederschap zwaar en ik was doodsbang om fouten te maken. Daar sprak ik niet over, ik was bang veroordeeld te worden op mijn falen als moeder. Vrij snel stond ik weer op te treden.”

Wat ze onderschat heeft is hoe het moederschap oude kindgevoelens bovenbracht. Weggestopte herinneringen over „onveilige situaties”. Haar vaders overmatige drinken en zijn wisselvallige gemoed. Zingen voor vreemden. Maar ook de eenzaamheid die ze als kind ervoer, als haar ouders op pad waren voor haar vaders concerten en zij en haar broer overal logeerden, speelde parten.

Haar angsten kwamen in grillige gradaties, van overmatige bezorgdheid tot verlatingsangst, vrees voor vliegen, autorijden, ga zo maar door. Maar niet alles legt haar meer lam, merkt ze. „Soms laat ik alles maar gewoon even binnenkomen. En dan weet ik, vandaag is het shit. Het mag er zijn. Maar ik ga mezelf niet meer verdrinken in zelfmedelijden. Dat destructieve gedrag krijgt geen ruimte meer.”

Grotemensenwereld

Dat zij na haar vaders dood ook ging optreden met zijn liedjes leek onherroepelijk. Al koos ze bij haar deelname aan het programma So You Wanna Be a Popstar eerst voor popliedjes van Jennifer Lopez. „Hoe het precies liep weet ik niet meer. Maar er waren gewoon altijd mensen Hazes wilden horen, weet je wel. En hoewel het als tiener raar is Bloed, Zweet en Tranen of Zij Gelooft in Mij te gaan staan zingen, zijn mijn broertje Dré en ik dat wel al vrij snel gaan doen. Je rolde in een volwassen, grote-mensenleven eigenlijk.”

Wees Zuinig Op Mijn Meissie zong ze met haar vader op het postuum duettenalbum Samen met Dré (2007). Daarna nam ze met haar broer twee albums op vol Hazes-liedjes (Van Jou Voor Jou in 2010 en Samen Solo in 2012). De Hazes-kids hadden succes. Maar ze weet ook hoe vreselijk ze zich voelde als ze geboekt bleken als een geintje. „Kwam zo’n programmeur verbaasd naar ons toe: ‘O, je kan ook écht zingen?’.”

Hoe meer ze erover vertelt, hoe mee haar gezicht betrekt. Er waren áltijd optredens in de weekenden, vaak ook in België. In het begin in haar eentje. Later kwam haar broer erbij. Hun moeder ging elke show mee. Ineens fel: „Met de kennis van nu denk ik: in wat voor grotemensenwereld liepen wij als kinderen rond?”

Of neem die keren dat haar broer en zij langer in de klas moesten blijven, omdat er weer een fotograaf bij school stond. Om je kapot voor te schamen. „Want je wilde een gewóón kind zijn.”

Rond haar twintigste neemt het gevoel ‘op het verkeerde feestje te staan’ de overhand. En voelde ‘Holland Zingt Hazes’ aanvankelijk als een warm bad, het was niet háár verhaal. „Het wás niet schattig. Ik was een soort van clown.”

Steeds vaker voelt ze paniek voor ze het podium op moet, ze wordt mensenschuw en angstig. „Ik deed het echt al veel te lang en als kindsterretje is mijn schooltijd verziekt.” Ze doelt op pesterijen. Zij waren kinderen van die dronkenlap wist iemand. Later, toen ze veel optrad, hadden ze eens ontdekt wat ze verdiende voor een half uur zingen. Het ging de hele school rond – ‘wat doe jij hier eigenlijk nog?’. En toen ze op haar school eens kwamen filmen voor een tv-programma, werd er eten en drinken naar ze gegooid.

Soms gebeuren zulke dingen nog steeds. Dan hoort ze mensen in een bootje zeggen: ‘Volgens mij woont ze hier ergens.’ Om haar plots met haar kleine gezin aan de eettafel of het zithoekje te zien zitten . Dan blijven ze stil. Maar een stukje verder, water dráágt hè, bespreken ze alles. Lachend: „Vast ook de rommel in mijn tuin.”

Laatst voer er zo’n fotograaf voorbij. Telelens in de aanslag – klaar om de zangeres in haar tuin, op privéterrein dus, te fotograferen. Verbolgen: „Dat is dus hartstikke verboden!” Maar moet je net haar buren hebben. „Die worden dan wild hoor. Die gaan er eventjes achteraan.”

Autobiografisch

Aan de muur hangt een ansichtkaart: André Hazes sr. met de arm om zijn moedertje, haar oma. Er herinnert verder niet gek veel in haar huis aan haar vader. Soms laat ze haar zoontje opa’s muziek horen. Niet zo graag, want „bepaalde liedjes voeren terug naar verdriet.”

Zoals zijn laatste cd. „Mijn vader had er veel moeite mee dat hij doof werd. Dat kan ik me als artiest goed voorstellen. Ik hoor het ook aan zijn stem, in bijvoorbeeld Vaag en stil. Nasaler vergeleken bij de oude platen.”

Ze herinnert zich hoe er een studio in hun huis kwam en Hazes bij de bar zijn liedjes aan het inzingen was. „En het was gewoon niet goed. Vals. En dat hoorde hij zelf niet. Heel verdrietig. In dat laatste jaar voor zijn dood stond hij echt te worstelen.”

Lang voelde ze zich boos over zijn destructieve manier van leven. „Dat je dan maar 53 jaar wordt. Daar heb je dus zelf alles aan gedaan.” Zachter is haar herinnering aan hun laatste jaar. Met het gezin naar New York. „Het was toen zo’n innemende, lieve papa. Nu ik zelf best een hoop heb meegemaakt, kan ik ineens zo’n begrip voor hem voelen.”

„Het is vandaag geen taboe meer om te zeggen dat je in therapie zit”, vervolgt ze. Ze denkt dat dat in haar vaders tijd heel anders ging. „Als grote stoere kerel hield je je mond en je ging door.”

André Hazes schreef bijna vierhonderd liedjes. Als hij álles daarvan ook meegemaakt zou moeten hebben, heb je geen leven, zei hij. Roxeanne Hazes maakte er minder. „Maar ik kan oprecht zeggen dat alles autobiografisch is. Hopelijk zo lang mogelijk.”

Foto’s Andreas Terlaak.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *